Biografie

Ахматова_Н.Гумилев_Л.Гумилев.jpg

Anna Achmatova met haar gezin

Anna Achmatova (Anna Andréevna Gorénko, 1889 – 1966) publiceerde haar eerste bundel gedichten Avondrood in 1912, sloot zich aan bij de groep der Akmeïsten, was van 1910 – 1919 gehuwd met de dichter Goemiljov.
Na de revolutie – emigreren wilde zij niet – publiceerde zij in 1921 (Weegbree) en 1922 (Anno Domini) bundels gedichten en hield zich daarna bezig met literatuurhistorisch werk (studies over Poesjkin) en vertalingen. Tussen 1922 en 1940 publiceerde Achmatova geen eigen gedichten meer. In 1934 waren massa-arrestaties waarbij Achmatova's zoon enkele malen werd opgepakt en weer vrijgelaten tot hij in 1938 opnieuw werd gearresteerd en na 17 maanden in Leningrad tot tien jaar werkkamp is veroordeeld. Achmatova stond, zoals zovelen in die jaren, bij de gevangenis in de rij om pakketjes voor hem af te geven. Ze schreef over deze zware tijd de gedichtencyclus Requiem.
In 1946 werd Achmatova van overheidswege scherp aangevallen als een “idee-loze” dichteres. Na Stalins dood verschenen gedichten van haar in tijdschriften en een lang gedicht Poëem zonder held werd buiten haar medeweten in New York gepubliceerd.