Gedichtencyclus Requiem (1935 – 1940)

“De dichteres wordt de stem van het verdrukte Russische volk, die maar één vraag op de lippen heeft: hoeveel dood, verbanning en verdriet kan een mens in zijn leven verdragen?” (Bart Vonck over Anna Achmatova)

Nee, niet onder vreemde vleugels leven,

Onder een vreemd zwerk, op vreemde grond, - 

Ik ben destijds bij mijn volk gebleven,

Daar waar zich mijn volk, helaas, bevond.

1961

In 1934 waren er massa-arrestaties waarbij Achmatova's zoon enkele malen werd opgepakt en weer vrijgelaten tot hij in 1938 opnieuw werd gearresteerd en na 17 maanden in Leningrad tot tien jaar werkkamp veroordeeld. Achmatova stond, zoals zovelen in die jaren bij de gevangenis in de rij om pakketjes voor hem af te geven. Ze schreef over deze zware tijd de gedichtencyclus "Requiem".
Hier kun je enkele stukjes van deze gedichtencyclus vinden (vertaald door Margriet Berg en Marja Wiebers).

Вместо предисловия

В страшные годы ежовщины я провела семнадцать месяцев в тюремных очередях в Ленинграде. Как-то раз кто-то "опознал" меня.

… 
 - А это вы можете описать? 
 И я сказала: 
 - Могу. 
 Тогда что-то вроде улыбки скользнуло по тому, что некогда было ее лицом. 

1 апреля 1957, Ленинград

In plaats van een voorwoord
In vreselijke jaren van Jezjovterreur bracht ik zeventien maanden door in de rijen voor de gevangenis in Leningrad. Op een keer “herkende” iemand mij.

-Kunt u dit beschrijven?
En ik zei:
-Ja, dat kan ik.
Toen gleed er een spoor van een glimlach over wat ooit haar gezicht was geweest.
1 april 1957, Leningrad

7

ПРИГОВОР

У меня сегодня много дела:

Надо память до конца убить,

Надо, чтоб душа окаменела,

Надо снова научиться жить.

7
Het vonnis

Ik heb dezer dagen veel om handen:
Zorgen dat ik mijn geheugen wis,
Zorgen dat mijn ziel nu gaat verharden,
Leren dat er weer een leven is.